Sebta en Melilla vragen toetreding tot EU om tegengewicht te bieden aan Marokko

Na vier jaar unilaterale grenssluitingen door Marokko als gevolg van de gezondheids- en de diplomatieke crisis, willen Sebta en Melilla hun economieën, die sterk afhankelijk zijn van de handel met het koninkrijk, nieuw leven inblazen. Daartoe wenden ze zich tot de Europese Unie. Ze willen opgenomen worden in het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) en de douane-unie, en vragen de Spaanse regering zich hiervoor in te zetten.

Lees ook: Tunnelproject Marokko-Spanje zou Sebta benadelen

De president van Sebta, Juan Jesús Vivas, heeft het verzoek mondeling ingediend bij de Spaanse permanente vertegenwoordiging bij de Europese Unie. De president van Melilla, Eduardo de Castro, heeft een brief gestuurd naar premier Pedro Sanchez, met het verzoek dat de twee steden, die worden beschouwd als de "zuidelijke grenzen van de EU", zouden toetreden tot het CvdR, een adviesorgaan van de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement, met betrekking tot kwesties in verband met lokaal en regionaal bestuur op gebieden als gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid of sociaal beleid.

De president van Melilla stelt voor dat de regering Brussel vraagt om Sebta en Melilla twee zetels in het CvdR toe te kennen. Als dat niet lukt, vraagt hij die mogelijkheid voor één vertegenwoordiger voor beide steden, of dat één van de vier leden van de Spaanse federatie van gemeenten en provincies (FEMP) door de autonome steden wordt gekozen. De presidenten van Sebta en Melilla hebben de regering ook gevraagd aan te dringen op hun integratie in de douane-unie van de Europese Unie, met behoud van hun speciale economische en fiscale regeling.

Lees ook: Sebta-Melilla: Marokko blijft "blokkadebeleid hanteren"

Rabat en Madrid hebben een einde gemaakt aan de smokkel bij de grens met Sebta en hebben ook besloten een handelsdouane in te stellen. Voorlopig zijn de douaneposten in Sebta en Melilla nog niet geopend. Een situatie die de inwoners van beide autonome steden en die van de naburige steden Tetouan en Nador treft. De twee landen onderhandelen nog steeds over deze douaneposten.