6 november 2025 - 06:00 - Economie
Marokko ontpopt zich als nieuwe auto-industriële grootmacht en zorgt voor kopzorgen in Spanje. Met zijn gekwalificeerde en voordelige arbeidskrachten, gecombineerd met aantrekkelijke fiscale prikkels, is het koninkrijk uitgegroeid tot een ware Eldorado voor Europese autofabrikanten die het moeilijk vinden om hun productie binnen Europa rendabel te houden.
Carlos Tavares schetste kort voor zijn vertrek bij Stellantis, een somber scenario voor de Spaanse auto-industrie. Hij stelde openlijk dat Marokko een aanzienlijke bedreiging vormt voor de sector. Dit is dan ook de reden waarom hij besloot de productie van enkele van de meest cruciale modellen, zoals de 208 en mogelijk de toekomstige C4, over te hevelen naar de Stellantis-fabriek in het Marokkaanse Kenitra. Bovendien heeft Stellantis een motorenfabriek in Marokko opgericht, een investering die in Spanje tot onrust leidt, aangezien het land zelf geen motoren voor Stellantis produceert.
Lees ook: Stellantis verplaatst productie van Madrid naar goedkoper Marokko
Een onderzoek naar de productiekosten, getiteld Getting Under the Hood of Automotive Labor Cost per Vehicle van Oliver Wyman, en aangehaald door El Español, bevestigt dat Europa wereldwijd het duurste continent is voor autoproductie. De hoge arbeidskosten zijn daarvan de voornaamste oorzaak. Het rapport maakt duidelijk dat de loonkosten per voertuig in Spanje neerkomen op 955 dollar. Dat bedrag staat in schril contrast met de 3300 dollar in Duitsland, 600 dollar in China, of de opmerkelijk lage 110 dollar per auto in Marokko.