Marokko neemt de leiding in de mondiale auto-industrie

Sinds 2012 heeft de Franse autobouwer Renault een omvangrijke fabriek van 300 hectare in Tanger in gebruik. Deze faciliteit, die werk biedt aan 7000 mensen, is wereldwijd de grootste van de groep en is volledig toegewijd aan de productie van Dacia-modellen. Vorig jaar rolden hier maar liefst 312.000 voertuigen van de band, waaronder de populaire Dacia Sandero, Europa’s meest verkochte auto.

Lees ook: Turkse auto-export boomt, Marokko koopt 40 procent meer

Ook Stellantis, het Frans-Italiaans-Amerikaanse concern, heeft voet aan de grond gekregen in Marokko. In 2019 opende het bedrijf een fabriek in Kenitra, waar vorig jaar 175.000 voertuigen werden geproduceerd. Deze omvatten onder meer Peugeot 208 modellen voor de Europese markt en elektrische stadswagens zoals de Citroën Ami. Stellantis heeft ambitieuze plannen voor deze locatie en investeert 300 miljoen euro om de jaarlijkse productiecapaciteit tegen 2027 te verhogen naar 400.000 voertuigen. Zelfs de Chinese bandenfabrikant Sentury Tyres heeft zich er gevestigd.

De voornaamste drijfveer achter Marokko’s succes in de auto-industrie zijn de aanzienlijk lagere arbeidskosten. Volgens adviesbureau Olivier Wyman vormen deze kosten 65% van de totale productiekosten van een auto. Een internationaal onderzoek naar arbeidskosten plaatst Marokko bovenaan met slechts 106 dollar per voertuig. Dit contrasteert sterk met landen als China (597 dollar), Frankrijk (1569 dollar) en Italië (2067 dollar).

Lees ook: Marokkaanse auto-export keldert, miljardenverlies

De uurloonkosten in Marokko schommelen tussen de 5 en 6 euro, terwijl deze in Frankrijk de 45 euro overschrijden. Deze kostenefficiëntie stelt autofabrikanten zoals Renault in staat om concurrerende prijzen te hanteren, zoals de Dacia Sandero 3 die wordt aangeboden met een instapprijs van 12.990 euro. De strategische ligging en de gunstige kostenstructuur verstevigen Marokko’s positie als een geduchte concurrent op de wereldwijde automarkt.