11 oktober 2025 - 16:00 - Marokko
Koning Mohammed VI heeft bij de opening van de parlementaire zitting op vrijdag een krachtige oproep gedaan aan de volksvertegenwoordigers. De vorst eiste dat parlementsleden "ernst en verantwoordelijkheid" tonen bij hun werk, het overheidsbeleid beter uitleggen aan de bevolking en de "cultuur van het resultaat" diep verankeren in een nieuwe generatie van regionale programma’s.
In zijn toespraak, ter gelegenheid van de start van het laatste zittingsjaar, zette de Koning een duidelijke koers uit: voltooien, uitleggen en verantwoording afleggen. Hij prees het parlement voor zijn wetgevende werk en diplomatie, maar spoorde de verkozenen aan om hun eisenpakket te verhogen. Hij nodigde hen uit om "met ernst en verantwoordelijkheid te werken aan de voltooiing van de wetgevingsprocessen [...] en alert en geëngageerd te blijven om de zaak van de burgers te bepleiten."
Lees ook: Zal Koning Mohammed VI reageren op GenZ212?
De vorst verwierp de zogenaamde "steriele oppositie" tussen grote nationale infrastructuurprojecten en sociale beschermingsprogramma’s, en stelde dat er "noch tegenstelling, noch rivaliteit" zou mogen bestaan. Hij benadrukte de noodzaak om hervormingen toe te lichten, waarbij de communicatie over wetten en besluiten, met name over "de rechten en vrijheden van de burgers", niet de exclusieve verantwoordelijkheid van de regering is. Sterker nog: "Deze missie is niet de exclusieve verantwoordelijkheid van de regering. Het is de zaak van iedereen, en jullie, de parlementsleden, staan in de voorhoede." Partijen, lokale bestuurders, media en maatschappelijke organisaties werden opgeroepen om de acties van de overheid te verspreiden en te verklaren.
Koning Mohammed VI benadrukte opnieuw dat sociale rechtvaardigheid en het verminderen van territoriale ongelijkheid de fundamentele, langdurige doelstellingen van het overheidsbeleid blijven. Hij stelde dat dit "verre van een loze slogan" is, en dat de ware maatstaf van vooruitgang op lokaal niveau ligt, waar burgers de aanwezigheid van de staat concreet ervaren. De vorst verwacht "snellere programma’s met een grotere impact", gebaseerd op nauwkeurige gegevens en het gebruik van digitale technologieën. Dit vereist volgens hem een significante verschuiving van mentaliteit en methoden, evenals een echte verankering van de "cultuur van het resultaat".
Het beginsel van een win-winsituatie tussen steden en platteland werd als actieprincipe naar voren geschoven, met vier prioriteiten: lokale economische initiatieven, jeugdwerkgelegenheid, onderwijs en gezondheidszorg, gekoppeld aan territoriale modernisering. De Koning wees drie prioritaire ontwikkelingsgebieden aan: bergen en oases (30% van het land), de kustlijn (waar economische ontwikkeling en het behoud van mariene hulpbronnen in balans moeten zijn), en opkomende plattelandscentra (met meer nabijheid van administratieve, sociale en economische diensten).
Lees ook: GenZ212 richt zich direct tot Koning Mohammed VI
De toon werd strenger bij de aanpak van inefficiëntie. De Koning verklaarde: "Elke nalatigheid die de doeltreffendheid en de rendabiliteit van overheidsinvesteringen aantast, is onaanvaardbaar." De boodschap is duidelijk: procedures vereenvoudigen, praktijken die "tijdrovend, energieverslindend en verspillend" zijn, elimineren, en meetbare resultaten boeken. De toespraak sloot af met een oproep tot eenheid aan meerderheid en oppositie, en een morele noot voor publieke actie: "Wie goed doet, al is het maar het gewicht van een atoom, zal het zien, en wie kwaad doet, al is het maar het gewicht van een atoom, zal het zien."
