Spaanse vissersboten mijden Marokkaanse wateren

De geldende visserijovereenkomst tussen de Europese Unie en Marokko werd op 14 januari 2019 geratificeerd voor een periode van vier jaar. In totaal hebben 92 Spaanse boten uit de havens van Barbate, Conil, Algeciras en Tarifa een vergunning om in Marokkaanse wateren te vissen. Maar de boten negeren Marokko in het voordeel van de Spaanse wateren. Volgens hen doen ze dit om geld te besparen.

Lees ook: Marokkaans vissersboot geweerd uit Spaanse wateren bij Sebta

Tomás Pacheco, de reder van het schip Barbate, geeft toe dat de visserij in Marokko momenteel niet rendabel is. Hij wijst erop dat slechts zeven van de 22 vaartuigen die in Cadiz visvergunningen voor de zegenvisserij hebben gekregen, nu nog het risico nemen om in Marokko te vissen. De Europese Unie heeft toegezegd om Marokko 52 miljoen euro per jaar te betalen voor de 128 Europese schepen, waarvan 92 Spaanse, die in Marokkaanse en Saharaanse wateren mogen vissen, tegenover 40 miljoen euro per jaar voor 126 schepen vóór 2019.

Lees ook: Spanje: ophef om "Marokkaanse karakter" wateren Canarische Eilanden

Maar Spanje heeft in werkelijkheid niet eens gebruik gemaakt van de helft van de in de afgelopen jaren toegekende vergunningen. Dat is onder meer te wijten aan de nietigverklaring van de overeenkomst tussen de Europese Unie en Marokko door het Hof van Justitie van de Europese Unie in 2021 en aan de stijging van de dieselprijs. In het eerste en het tweede kwartaal van 2021 hebben 27 van de 92 Spaanse vaartuigen met vergunning in Marokkaanse wateren gevist, tegenover respectievelijk 24 en 17 in het derde en het vierde kwartaal. In de Sahara hebben 25 van de 92 Spaanse vaartuigen met vergunning hun visserij-activiteiten kunnen uitoefenen.