Zoeken

Marokkaanse Nederlanders hebben minder vertrouwen in medemens en instituties

22 januari 2021 - 12:00 - Wereld

©

Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de periode 2012-2019, blijkt dat het vertrouwen in Nederlandse instituties, ondanks alle gepercipieerde problemen, blijft groeien. Migranten uit de traditionele herkomstlanden Turkije, Marokko en Suriname, hebben doorgaans een lager vertrouwen.

Ondanks de toch wel zware maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste jaren, toont een studie van het CBS aan dat het vertrouwen in de medemens en instituties, zoals rechters, politie, de Tweede Kamer en de Europese Unie, is gestegen tijdens de periode 2012-2019. Toch wordt regelmatig gewaarschuwd dat het vertrouwen in Nederland achteruit gaat.

Vooral opleiding verdeelt de Nederlandse bevolking. Met een hoger opleidingsniveau neemt het onderlinge vertrouwen en het vertrouwen in publieke instituties toe en daalt het vertrouwen in private instituties, zoals banken en grote bedrijven.

Maar ook de migratieachtergrond speelt een grote rol bij de verschillen in vertrouwen. Mensen met een niet-westerse achtergrond hebben fors minder vertrouwen in de medemens en de politie, maar vertrouwen wel meer banken en grote bedrijven. Van de mensen met een Nederlandse achtergrond heeft 65 procent in 2019 geloof in anderen. Bij de westerse migranten is dat beperkt tot 57 procent en bij de niet-westerse migranten tot 47 procent.

Er is wel een verschil tussen de eerste en tweede generatie migranten. Eerste generatie migranten hebben beduidend minder vertrouwen in de medemens dan de tweede generatie en de groep met een Nederlandse achtergrond. Anderzijds heeft de eerste generatie meer vertrouwen in zowel publieke als private instituties dan de tweede generatie, die zich vrijwel niet onderscheidt van de groep met een Nederlandse achtergrond.

Bladna.nl