Spaans bedrijf eist 407 miljoen euro van Marokko

Het advocatenkantoor B. Cremades & Asociados, dat optreedt namens Marina d’Or, heeft een verzoek ingediend tot arbitrage, om geschillen met Marokko te beslechten. De vastgoedgroep stelt in 2004 te hebben deelgenomen aan een stadsontwikkelingsproject dat door de Marokkaanse autoriteiten was geïnitieerd en de steun had van de Wereldbank en de Europese Unie, met als doel om de stedelijke centra te ontlasten, meldt Ok Diario.

Lees ook: Marokko vergemakkelijkt leven projectontwikkelaars

Marina d’Or ontwierp het project "New City of Tamesna" aan de rand van Rabat, tussen Temara en Sidi Yahia Zaer. Volgens het Spaanse bedrijf heeft Marokko zich ertoe verbonden om het complex te voorzien van de nodige faciliteiten en infrastructuur en om de nieuwe stad te verbinden met de hoofdstad via wegen, treinen en andere vervoersdiensten. Marina d’Or hekelt de "passiviteit van de Marokkaanse regering", die ertoe heeft geleid dat de droomstad nu enkel bestaat uit een paar geïsoleerde gebouwen, zonder zelfs een vuilnisophaaldienst.

De Spaanse groep stelt ook te hebben deelgenomen aan de bouw van het complex "Parel van Tanger". Het bedrijf zou daarbij te maken hebben gekregen met administratieve drempels als gevolg van interne conflicten tussen de Marokkaanse autoriteiten onderling, tijdens de uitvoering van het project. Voorafgaand aan het verzoek voor een internationale arbitrage, beweert Marina d’Or tevergeefs te hebben getracht een minnelijke regeling te treffen met de Marokkaanse regering.

Lees ook: Casablanca: stadseigendommen tegen dumpingprijzen

De vraag naar een internationale arbitrage is gebaseerd op garanties voor de bescherming van investeringen, die vastgelegd staan in het bilaterale Verdrag ter bevordering en bescherming van investeringen, dat op 11 december 1997 door Spanje en Marokko werd bekrachtigd. Het conflict vindt plaats in een context waarin de betrekkingen tussen de twee landen nog maar net genormaliseerd werden, na een lange en ernstige crisis.