Mosterdgas tegen Rif-bewoners: historici beschuldigen Spanje

Het gebruik van mosterdgas tegen burgers in de jaren 1920 was in strijd met internationale verdragen die door Spanje waren ondertekend. Achtereenvolgende regeringen hebben er alles aan gedaan om deze illegale oorlogshandeling verborgen te houden. Historici zoals Sebastian Balfour, María Rosa de Maradiaga, Carlos Lázaro en recentelijk Daniel Macías hebben onderzoek gedaan naar het onderwerp en zijn het er allemaal over eens dat de Spanjaarden chemische wapens hebben gebruikt als wraak op de Rif-bewoners, aldus The Conversation.

Lees ook: Rif-oorlog: Europa moet Riffijnen compenseren

De beslissing om chemische wapens in de Rif-oorlog te gebruiken werd genomen aan het einde van 1921. Enkele maanden later begonnen Spaanse piloten de Riffijnen te bombarderen met mosterdgas. Het gebruik van chemische wapens nam toe na de machtsovername door dictator Miguel Primo de Rivera in september 1923. Een jaar later werden gemiddeld 350 bommen per dag geproduceerd in de artilleriefabriek van Sevilla, volgens een rapport van de ondersecretaris van het Ministerie van Oorlog.

Het gebruik van chemische wapens piekte in de jaren 1924 en 1925. In deze periode bombardeerde de Spaanse luchtmacht de Riffijnse bevolking met yperiet of mosterdgas, meestal op marktdagen of de dag ervoor, waardoor het gebied twee tot drie weken besmet bleef. Deze gas veroorzaakt huidverbrandingen, oogontstekingen, blindheid, braken, verstikking enz.

Lees ook: Boer in Spanje gebruikte Marokkaanse als werk- en seksslavin

Na de invasie van Al Hoceima in september 1925 begon Spanje het gebruik van chemische wapens te verminderen. Deze giftige gassen werden niet meer gebruikt na het einde van de Rifoorlog in juli 1927. Hun gebruik resulteerde echter in de dood van duizenden Marokkanen, maar ook Spanjaarden, en veroorzaakte bij velen ademhalingsziekten of blindheid.