Marokko halveert armoede, maar kloof blijft groot

Het nationale armoedepercentage, dat ook kijkt naar toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en fatsoenlijke leefomstandigheden, daalde hierdoor van 11,9% naar 6,8%. Deze significante vooruitgang kent echter grote regionale en sociale verschillen in hoe burgers ervan profiteren. De intensiteit van de armoede, ofwel de mate van ontbering, nam eveneens licht af.

Lees ook: Armoede: 3,2 miljoen Marokkanen getroffen

Armoede blijft een overwegend ruraal probleem: circa 72% van de armen woont op het platteland, een lichte daling ten opzichte van 79% in 2014. Ondanks een afname van 23,6% naar 13,1% is de armoedegraad daar nog steeds ruim vier keer hoger dan in de steden, waar het percentage daalde van 4,1% naar 3%. Ook kwetsbaarheid voor armoede – het risico om in armoede te vervallen – treft met name rurale gebieden; van de circa drie miljoen kwetsbare personen woont 82% op het platteland.

Alle regio’s boekten vooruitgang, met de sterkste dalingen in historisch arme gebieden zoals Marrakesh-Safi (-7,9 procentpunten) en Beni Mellal-Khenifra (-7,5 procentpunten). Toch blijven er grote verschillen bestaan; regio’s als Beni Mellal-Khenifra (9,8%) en Fez-Meknes (9,0%) scoren in 2024 nog boven het landelijk gemiddelde van 6,8%. Een aanzienlijk deel, bijna 70%, van de Marokkaanse armen is geconcentreerd in slechts vijf regio’s, waaronder Fez-Meknes en Marrakesh-Safi, terwijl de zuidelijke regio’s Laayoune-Sakia El Hamra en Dakhla-Oued Ed-Dahab de laagste armoedecijfers laten zien.

Lees ook: Kloof tussen arm en rijk in Marokko bereikt nieuw hoogtepunt

Op lokaal niveau daalde de armoede in de meeste gemeenten (93,8%), vooral op het platteland waar de armste gebieden van 2014 de grootste vooruitgang boekten. Desondanks kampt nog 16,3% van alle gemeenten, en met name 8,1% van de plattelandsgemeenten, met armoedecijfers boven respectievelijk 20% en 30%. Het HCP benadrukt de cruciale rol van het Nationaal Initiatief voor Menselijke Ontwikkeling (INDH): dankzij gerichte INDH-steun nam armoede in de 702 betreffende plattelandsgemeenten significant sterker af (van 27,8% naar 15,5%) dan elders.