Marokkaanse komiek Gad Elmaleh spreekt tijdens de mis van Paus Franciscus

Gad Elmaleh betrad het podium van het Vélodrome stadion vóór de gigantische mis van paus Franciscus, die zaterdag tussen 60.000 en 70.000 gelovigen samenbracht. De Marokkaanse komiek werd in Marokko geboren in een Joodse familie. Vandaag vraagt hij om "de bescherming van Onze-Lieve-Vrouw van de Wacht". Hij pleit voor meer tolerantie tussen godsdiensten. "Ik wil het, ik omarm het, ik hou ervan. Ik hou van onze verschillen. Het hele jaar door spreken politici over samenhorigheid als een houding, een politiek idee, maar dit, samen zijn en verenigd zijn, is wat we vandaag doen."

Lees ook: Gad Elmaleh: "Vroeger nam ik vrouwen mee naar de disco, nu naar de mis"

"Het is gepland om een poëtische speech te geven over de Middellandse Zee, over broederschap. Wat ook onze religieuze overtuiging is, we kunnen alleen maar respect hebben voor broederschap, liefde tussen volkeren, gemeenschappen. Het is mooi om te praten over samen leven, maar dit is een concreet moment. Of je nu katholiek bent of niet, praktiserend of niet, er is op een gegeven moment een gemeenschap, een unie van broeders en zusters in de mensheid, dat is alles wat ik wil. Het is niet het moment voor debat", legde Elmaleh uit in een gesprek met BFMTV voor zijn optreden in het Vélodrome.

Lees ook: Gad Elmaleh over ontmoeting met Paus Franciscus

Op 23 december 2022 ontmoette de Marokkaanse komiek paus Franciscus in het Vaticaan, waar hij zijn film "Reste un peu" voorstelde en waarvan het scenario gebaseerd is op zijn spirituele reis naar het katholicisme. "Het is zeer emotioneel. Er is de spirituele figuur, hij vertegenwoordigt de Kerk, maar er is ook de man... We hebben over diepe onderwerpen gesproken, we hebben ook veel gelachen. Het was geen afspraak, maar een ontmoeting... We begonnen met een gesprek over licht, omdat ik in mijn brief had uitgelegd dat ik deze afspraak zocht in het dubbele licht van Chanoeka en Kerstmis", vertelde Gad Elmaleh, die theologielessen volgde in Parijs, in een interview met Le Figaro na de ontmoeting.