15 december 2017 - 13:30 - Marokko
In een lang interview met persagentschap MAP heeft Abdelhak Khiame, baas van de BCIJ, veel kritiek geuit over de onbestaande samenwerking met Algerije in de strijd tegen het terrorisme.
Volgens de veiligheidsbaas hebben veel terroristen de conflictgebieden verlaten en hun toevlucht gezocht in andere landen in de regio. Over hun aantal heeft Abdelhak Khiame geen exacte informatie vanwege "de slechte regionale samenwerking". Hij hekelt daarvoor Algerije dat "gegijzeld wordt door een obsolete visie van regionale hegemonie" en koppig weigert mee te werken "ondanks de dreiging waarmee alle Maghreb-landen worden geconfronteerd".
"We kunnen geen precieze informatie hebben over terroristen die actief zijn in de regio zonder een sterke regionale samenwerking", aldus Khiame volgens wie de koppigheid van Algiers net zo gevaarlijk als onbegrijpelijk is "gezien de internationale interesse voor de ervaring van Marokko" in de strijd tegen het terrorisme.
Marokko werkt reeds samen met meerdere landen in de regio waaronder "Mauritanië, Tunesië, Libië en Egypte maar ook met de Golfstaten en westerse landen, inclusief de Verenigde Staten". Dankzij deze samenwerking kunnen zowel Marokko als de andere landen "de databases bijwerken van alle mensen die actief zijn op het gebied van terrorisme".
Wordt Ziyech de verrassing van Real Madrid?
Spaanse havens vrezen verlies van miljarden euro’s door Tanger Med
Marokko krijgt gigantische batterijfabriek
Parijs viert Marokkaanse kaftan
Grote cocaïnevangst voor Marokkaanse kust (video)
Gad Elmaleh middelpunt schandaal in Marokko
Grote cocaïnevangst voor Marokkaanse kust (video)
Koning Mohammed VI geeft startsein voor winter-solidariteitsactie
Marokko blijft noodtoestand verlengen
Marokkaanse vrouw sterft bij grens op weg naar ziekenhuis Melilla
Bankier verdacht van verduisteren geld overleden cliënt in Tanger
Chefchaouen versterkt controles op restaurants
Nepkolonel deed zich voor als nauwe medewerker Marokkaanse koninklijke familie
Marokkaans staatsburgerschap: aanvrager moet Arabisch of Amazigh spreken