17 november 2025 - 17:00 - Marokko
Een half eeuw na hun gedwongen uitzetting uit Algerije in 1975, eisen Marokkaanse slachtoffers gerechtigheid. De president van hun belangenorganisatie heeft in een officiële brief Koning Mohammed VI gesmeekt om hun humanitaire dossier officieel op te nemen en te verdedigen. De duizenden families die destijds alles verloren, vragen om eerherstel, compensatie en opheldering over het lot van de verdwenen personen.
In de correspondentie aan Koning Mohammed VI roept de vereniging de soeverein op instructies te geven om het dossier van de slachtoffers van de ’zwarte mars’ officieel te verdedigen. Zij dringen erop aan dat het onderwerp wordt opgenomen in de nationale en internationale agenda, als onderdeel van de koninklijke diplomatie. Dit moet leiden tot rehabilitatie van de slachtoffers, het achterhalen van het lot van de vermisten en materiële compensatie voor de families die "van de ene op de andere dag" alles kwijtraakten.
Lees ook: Marokkanen herdenken massale uitzetting uit Algerije in 1975
Daarnaast heeft de vereniging Koning Mohammed VI verzocht de wetgevende macht en de regering opdracht te geven tot een officieel debat over het dossier. Cruciaal hierbij is de publicatie van een officieel referentiedocument waarin de daden en misdaden van de Algerijnse staat in 1975 worden veroordeeld. Dit document zou de basis moeten vormen voor de verdediging van de zaak bij internationale mensenrechteninstellingen en -fora. Men pleit ook voor de mobilisatie van diplomatieke en juridische mechanismen om Algerije te dwingen de misdaad te erkennen.
De vereniging stelt dat het onthullen van het lot van de gedwongen verdwenen personen een essentiële voorwaarde is voor elke alomvattende en duurzame verzoening tussen de twee volkeren en voor de opbouw van een gedeelde broederlijke toekomst. Om volledige gerechtigheid te bereiken, eist de organisatie herstel van de waardigheid van de slachtoffers, teruggave van geroofde rechten en bezittingen, materiële compensatie en herstel van de geleden schade.
Lees ook: Algerije moet antwoorden geven over verdwenen Marokkanen
Ten slotte pleit de vereniging voor het behoud en de documentatie van de historische herinnering. Zij vraagt om integratie van het dossier van de slachtoffers van de collectieve gedwongen uitzetting van 1975 in de nationale onderwijsprogramma’s en de officiële nationale herinnering van het Koninkrijk, als symbool van loyaliteit en opoffering. De gedwongen uitzetting vond plaats op de ochtend van Eid al-Adha in 1975, terwijl de moslimwereld het Offerfeest vierde. Circa 45.000 Marokkaanse families werden zonder pardon Algerije uitgezet. Dit was volgens de slachtofferorganisatie een "harde wraakzuchtige reactie" op het eclatante succes van de Groene Mars in november 1975, waarmee Marokko zijn zuidelijke provincies bloedeloos heroverde met de deelname van 350.000 Marokkanen.
