Casablanca kleurt Airbus na 1 dollar deal

Volgens een persbericht van Airbus is de overeenkomst op maandag afgerond. De overname zal naar verwachting in het derde kwartaal van 2025 worden afgerond, mits de gebruikelijke goedkeuringen van regelgevende instanties en andere voorwaarden zijn voldaan. Deze stap stelt Airbus in staat om de stabiliteit van de toeleveringsketen voor zijn commerciële vliegtuigen te waarborgen en meer controle te krijgen over cruciale werkzaamheden binnen zijn programma’s.

Lees ook: Airbus zet Marokkaanse onderdelen in alle vliegtuigen

Na de voltooiing van de transactie wordt Airbus eigenaar van diverse Spirit-locaties wereldwijd. Naast de vestiging in Saint-Nazaire (Frankrijk), waar delen van de romp van de A350 worden geproduceerd, en de fabriek in Kinston (North Carolina, VS), die eveneens gespecialiseerd is in dit programma, omvat de overname ook de productie van A220-pylonen in Wichita (Kansas) en de fabricage van vleugels en rompgedeelten van de A220 in Belfast (Noord-Ierland) en Casablanca (Marokko). Daarnaast valt ook de productie van onderdelen voor de vleugels van de A320 en A350 in Prestwick (Schotland) onder de deal.

Voor deze activa van Spirit AeroSystems betaalt Airbus het symbolische bedrag van één dollar. De Europese vliegtuigfabrikant zal echter renteloze kredietlijnen ter beschikking stellen aan Spirit AeroSystems met een totale waarde van 200 miljoen dollar om de continuïteit van de activiteiten gerelateerd aan de overgenomen programma’s te ondersteunen tot de afronding van de overname. Spirit van zijn kant betaalt Airbus een compensatie van 439 miljoen dollar, een bedrag dat lager is dan de 559 miljoen dollar die in de overeenkomst van juli 2024 werd voorzien.

Lees ook: Made in Morocco: vliegtuigen van de toekomst

Spirit AeroSystems, ontstaan uit een outsourcing van industriële activiteiten door Boeing in 2005, is uitgegroeid tot een belangrijke leverancier voor bepaalde programma’s van zowel Airbus als Boeing, meldt Usine Nouvelle. De gespecialiseerde website wijst er echter op dat het bedrijf al enkele jaren kampt met operationele problemen, instabiliteit in het management, herhaalde kwaliteitsgebreken aan vliegtuigrompen, onvoldoende investeringen en een gebrek aan kennisoverdracht tussen de verschillende vestigingen.