Vijf Europese parlementsleden uit Marokko gezet

De vijf EP-leden en hun begeleiders waren op 27 oktober op een vlucht vanuit Las Palmas in het zuid-Marokkaanse Laayoune aangekomen. De Wilaya van Laayoune-Sakia El Hamra weigerde hen toegang tot het grondgebied te geven vanwege de "niet-naleving van de procedures en regels voor dit soort bezoeken".

Deze beslissing werd genomen in overeenstemming met de wet inzake de aankomst en het verblijf van buitenlanders in Marokko, op verzoek van verkozenen van de stad. De vijf parlementsleden werden door hoge ambtenaren in Laayoune op de hoogte gebracht van het besluit en vertrokken met hetzelfde toestel waarmee ze in Marokko waren aangekomen.

De vijf EP-leden, twee Zweden en drie Spanjaarden, moesten in Laayoune officieel aan meerdere vergaderingen met mensenrechtenverdedigers deelnemen. Ze hadden het vliegtuig nog niet verlaten toen de Marokkaanse politie hen meedeelde dat ze geen toestemming hadden voor hun bezoek en hun paspoorten vroeg. Dat vertelde de Zweedse europarlementariër Bodil Valero, die deel uitmaakte van de delegatie.

Naast de Zweedse Bodil Valero en zijn landgenoot Jytte Guteland werden ook de Spaanse Josu Juaristi, Lidia Senra en Paloma López Bermejo het land uitgezet.

In een verklaring heeft de Spaanse linkse parlementaire groep Izquierda Unida het besluit van de Marokkaanse autoriteiten om de EP-leden uit te zetten sterk bekritiseerd. De commissie voor internationale betrekkingen van de parlementaire groep heeft contact opgenomen met de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken Alfonso Dastis en de Spaanse ambassade in Marokko om hen te vragen alle diplomatieke maatregelen te treffen om een oplossing te vinden.