Bekende Nederlandse jihadist Samir A. komt vrij

Het Openbaar Ministerie zei donderdag dat Samir A. deel uitmaakt van de terroristische organisatie Daesh. Het OM bekijkt het inzamelen van geld voor Nederlandse vrouwen en kinderen in detentiekampen in Noord-Syrië, als een vorm van terreur-financiering. Het is een steun voor het verslagen kalifaat om de oorlog verder te kunnen zetten, met kinderen als nieuwe strijders, schrijft De Telegraaf.

Lees ook: Nederland niet blij met uitzetting Marokkaanse jihadist door Turkije

Met deze extra verdenking van deelname aan een terroristische organisatie, wil justitie ervoor zorgen dat Samir A. in december terug naar de gevangenis gaat. Hij staat sinds zijn aanhouding in juni vorig jaar terecht voor het inzamelen van geld om een groep Nederlandse vrouwen te helpen ontsnappen uit Koerdische gevangenkampen. Justitie vindt dat A. hiermee de orders van Daesh opvolgde. De organisatie heeft namelijk opgeroepen om vrouwen en kinderen te bevrijden. "Die oproep werd gekoppeld aan de toekomst van Daesh. Zo worden de jongeren neergezet als strijders voor de toekomst", zegt de officier van justitie. "Verdachte is een spin in het web van smokkel van IS-vrouwen, met een netwerk in heel Europa. Hij deed het professioneel, had zelfs al een opvolger aangewezen. Hij richtte zich vooral op vrouwen die tot het einde toe in het kalifaat zijn gebleven, van wie een aantal getrouwd waren met kopstukken bij Daesh."

Zijn advocate, Tamara Buruma, vindt niet dat het illegaal is om vrouwen die uit de Koerdische gevangenkampen weg willen te helpen. Volgens haar maakt dit van Samir geen lid van Daesh. Buruma haalt ook een hoorzitting aan met inlichtingendienst AIVD, waarin gesteld werd dat de meeste bevrijde vrouwen geen bedreiging vormen voor Nederland.

Samir A. vindt zelf dat hij enkel humanitaire hulp heeft geboden aan vrouwen en kinderen. "Ik wilde leed voorkomen. Van de moeders kun je van alles vinden, of ze straf verdienen, daar ga ik niet over. Ik vraag me af of we kinderen moeten laten omkomen omdat hun moeders op de terrorismelijst staan. Ik vind van niet. Ik vind het vals dat het OM mij nu na een jaar opeens beschuldigt voor lidmaatschap van een terroristische organisatie. Ik voel me niet verbonden met Daesh. Juist zij zijn verantwoordelijk voor die vreselijke omstandigheden daar. Ik onderschrijf een aantal van hun ideologieën, maar dat betekent niet dat ik pro-IS ben, net zomin als een sociaal-democraat die de Rode Khmer steunt", zegt hij.