Hoofddoekenverbod van Antwerpse vereniging niet legitiem

9 januari 2021 - 16:00 - Wereld

De Antwerpse vzw Moeders voor Moeders, die zich inzet voor hulpbehoevende gezinnen, mag vrouwen niet langer vragen om hun hoofddoek af te nemen in bepaalde delen van het gebouw. Dat heeft de rechtbank van eerste aanleg in Antwerpen beslist na een klacht van gelijke kansencentrum Unia.

Zowel klanten als vrijwilligers en begeleiders worden gediscrimineerd doordat ze worden onderworpen aan een hoofddoekenverbod. De moeders mogen op hulppakketten wachten in een dagzaal, maar moeten daar volgens een interne regel van de vzw hun hoofddoek afnemen. Moeders die dat weigeren, moeten op hun voedselpakketten wachten in een kleine wachtruimte aan de inkom van het gebouw.

Voordat Unia naar de rechter stapte, werd een poging gedaan om te onderhandelen over een aanpassing van het beleid, maar dit bleef zonder resultaat. Unia vindt de regel vooral discriminerend omdat moeders met een hoofddoek dan geen toegang krijgen tot andere hulpverlening die wordt aangeboden in en rondom de dagzaal.

Moeders voor Moeders ontkende dat er sprake is van discriminatie. Ze voerden het hoofddoekenverbod in 1996 in nadat de vzw had vastgesteld dat bepaalde moeders zich niet meer thuis voelden bij de organisatie door de toename van het aantal vrouwen met een hoofddoek. Maar de rechtbank oordeelde dat die doelstelling niet legitiem is, omdat ze berust op de islamofobe gevoelens van bepaalde moeders die zich niet meer ’thuis’ zouden voelen bij de organisatie.

Hoofddoek zorgt voor verdeling in Molenbeek