9 oktober 2025 - 22:00 - Wereld
Op dinsdag 7 oktober waren de schijnwerpers voor één keer niet gericht op wereldkampioen wielrennen Remco Evenepoel, maar op zijn echtgenote, Oumi Rayane. Zij ontving die dag haar masterdiploma in de toegepaste economische wetenschappen met een eervolle vermelding tijdens een plechtige ceremonie op de Grote Markt in Brussel. Voor de Marokkaanse was dit een persoonlijk hoogtepunt, waarbij haar man een ongebruikelijke rol in de luwte aannam.
De datum 7 oktober bleek een bijzondere samenloop van omstandigheden te zijn. Precies op deze dag, acht jaar eerder (7 oktober 2017), begon haar relatie met Remco. Vijf jaar later, op 7 oktober 2022, stapte het stel in het huwelijksbootje. En nu, op 7 oktober 2025, voegde Oumi Rayane een nieuwe mijlpaal toe aan haar leven met het behalen van haar masterdiploma. Deze opmerkelijke coïncidentie maakte het moment extra emotioneel.
Lees ook: Oumi Rayane zet journalist op zijn plaats (video)
Voor deze belangrijke gebeurtenis was de voltallige familie aanwezig. Remco Evenepoel zat op de eerste rij, vergezeld door Oumi’s ouders, haar grootmoeder die speciaal uit Marokko was overgekomen, haar twee jongere broers, haar kleine zusje en haar schoonouders. Gedurende de bijna twee uur durende ceremonie waren de rollen omgedraaid: de wielerkampioen stond niet in het centrum van de aandacht, maar was toeschouwer. Oumi zelf volgde aandachtig de speeches van haar medestudenten en wierp geregeld ontroerde blikken naar haar dierbaren.
Lees ook: Remco Evenepoel woest: "Oumi komt uit welgestelde Marokkaanse familie!"
Toen het moment voor Oumi Rayane aanbrak om als laatste de bühne te betreden voor haar speech, uitte ze haar dankbaarheid. Ze sprak de woorden: "Ik wil allereerst God bedanken, mijn ouders, mijn man, mijn familie en mijn vrienden voor hun steun." Haar man Remco Evenepoel beleefde een voor hem ongewone situatie. Hij bleef gedurende de hele ceremonie discreet en vereeuwigde het tafereel achter zijn smartphone, terwijl zijn vrouw volop in de spotlights stond.
