DNA-gegevens Marokkanen in verkeerde handen?

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Commissie voor Justitie, Wetgeving en Mensenrechten van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, verklaarde Abdellah Bouanou, voorzitter van de parlementaire fractie van de PJD, dat het gebruik van vingerafdrukken en DNA-monsters in strafrechtelijke onderzoeken in Marokko niet wordt geregeld door enige wettelijke of reglementaire tekst, en benadrukte dat dit gebrek aan een wettelijk kader zou kunnen leiden tot de exploitatie van deze persoonlijke gegevens voor illegale doeleinden, wat een schending van de Grondwet zou vormen.

Lees ook: Marokko: jacht op criminelen krijgt nieuwe dimensie

Het parlementslid drong aan op de noodzaak om een wettelijk kader in te voeren dat de bescherming van de rechten van de burgers garandeert, en erop toe te zien dat DNA-monsters in erkende laboratoria worden beveiligd. Bouanou sprak ook de wens uit om studies te laten uitvoeren voorafgaand aan de aangekondigde installatie van bewakingscamera’s in de straten en steegjes van Rabat, om inbreuken op individuele vrijheden en de privacy te voorkomen. "Londen heeft bijvoorbeeld meer dan een miljoen bewakingscamera’s, maar in Marokko hebben we voorzichtigheid en een grondige studie nodig voordat we dergelijke maatregelen toepassen," zei hij.

Saâd Benmbarek, parlementslid van de Nationale Groepering van Onafhankelijken (RNI), legde uit dat het Verdrag van Boedapest de voorwaarden voor het gebruik van deze persoonlijke gegevens vastlegt, en merkte op dat het DNA van een beklaagde, vereist in het kader van een onderzoek, wordt bewaard, terwijl dat van een persoon die niet strafrechtelijk is vervolgd, wordt vernietigd. Abdessamad Haiker wierp de vraag op van internationale samenwerking bij de uitwisseling van deze informatie in het kader van de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit.

Lees ook: Marokkaanse politie 2.0: hightech tegen criminaliteit

In antwoord op deze zorgen van de parlementsleden verklaarde de minister van Justitie, Abdellatif Ouahbi, dat al "deze aspecten worden geregeld door het Verdrag van Prüm", en specificeerde dat vingerafdrukken het mogelijk maken om de onschuld van een verdachte in zaken van verkrachting of aanranding van de eerbaarheid te bewijzen. Ouahbi verzekerde dat hij werkt aan de beveiliging van vingerafdrukken en gaf aan dat hij een ontmoeting heeft gepland met Omar Seghrouchni, voorzitter van de Nationale Commissie voor de Controle van de Bescherming van Persoonsgegevens, en de verantwoordelijken van de Algemene Directie van Nationale Veiligheid om de kwestie te bestuderen.