13 november 2025 - 12:00 - Marokko
De zware straffen die zijn uitgesproken tegen de deelnemers aan de GenZ212-demonstraties in Marokko hebben geleid tot felle kritiek binnen de regeringsmeerderheid. Een parlementslid van de Istiqlal-partij heeft de vonnissen publiekelijk "zeer streng" genoemd en heeft in een reactie opgeroepen tot strafvermindering in hoger beroep. Zij maakte een duidelijk onderscheid tussen vreedzame demonstranten en degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan vernielingen.
Het parlementslid, Fatima Benazza, sprak zich deze woensdag uit tijdens een vergadering van de Justitiecommissie in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Zij gaf aan dat deze jongerenbeweging "niet onderschat mag worden". Sterker nog, zij meent dat deze jongeren "gefeliciteerd moeten worden voor hun vaderlandsliefde en moed" om problemen in de gezondheids- en onderwijssector aan de kaak te stellen. Benazza distantieerde zich echter van "daden van vandalisme" die bij sommige protesten voorkwamen. Zij schreef deze excessen toe aan de infiltratie van "bendes en criminelen" en bekritiseerde tevens de "buitensporige veiligheidsmaatregelen" tegen de betogers.
Lees ook: Marokkaanse studenten krijgen celstraf om "Free Palestina"-shirt
Mevrouw Benazza benadrukte dat hoewel sommige veroordeelden hun straf verdienden voor vernielingen, "anderen niet verdienden wat hun is overkomen". Zij citeerde specifieke voorbeelden ter ondersteuning, waaronder een mentaal zieke man die in Oujda werd veroordeeld, en "jonge onderzoekers die bezig waren met hun doctoraal- of masterscriptie".
Lees ook: Rechtbank Tanger veroordeelt 49 GenZ-betogers tot 168 jaar cel
Zij haalde ook de situatie aan van jongeren die "gevangen zijn gezet en veroordeeld tot zware straffen" terwijl ze "slechts een T-shirt droegen met de tekst ’Wij eisen het recht op gezondheid en onderwijs’". Sommigen van hen hadden volgens haar geen strafblad en stonden op het punt te emigreren. Benazza stelde dat zij uitsluitend diegenen verdedigt die "gevangen zijn gezet zonder betrokken te zijn bij het geweld". Zij riep de rechtbanken op om in hoger beroep rekening te houden met deze omstandigheden en de straffen te vervangen door lichtere, alternatieve sancties.
